Een bidsprinkhaan eet andere insecten. Hij eet niks anders, geen planten of dode beestjes. Een bidsprinkhaan kan een prooi aan die net zo groot als zichzelf is, of kleiner. Je kan het beste prooien aanbieden die tussen de 10% en 70% van de grootte van je bidsprinkhaan zijn. Je kan op verschillende manieren komen aan de prooidieren voor een bidsprinkhaan.
Verkrijgen van voedseldieren
Buiten vangen: Je kan zelf allerlei insecten buiten vangen en voeren aan je bidsprinkhaan. Wespen, bijen en spinnen kunnen gevaarlijk zijn voor je bidsprinkhaan, het is beter deze dieren te vermijden. De ideale prooien zijn vliegen en motten.
Kopen: In terrariumwinkels en sommige dierenwinkels kan je allerlei voederdieren kopen (Bij ons kan je fruitvliegen kopen). Ze hebben onder andere krekels, sprinkhanen, wasmotten, fruitvliegjes en meelwormen. Voor nimfen zijn fruitvliegjes uitstekend voedsel. De grotere bidsprinkhanen kan je krekels voeren. Je moet wel oppassen dat krekels je bidsprinkhaan niet aanvreten als hij aan het vervellen is. Daarom kan je krekels beter niet permanent aanwezig laten zijn in het hok, maar zorgen dat je bidsprinkhaan ze direct vangt en opeet.
De prooidieren die je koopt moet je voeren: krekels en kakkerlakken met fruit, groenten en natgemaakte kattenbrokjes om ze een goede maaltijd te maken voor je bidsprinkhaan. Sprinkhanen eten rietgras.
Bij de viswinkel kan je ook maden kopen. Deze verpoppen zich tot poppen waar uiteindelijk vliegen uit komen. Deze zijn uitstekend voer voor je bidsprinkhaan. De vliegenpoppen kunnen bewaard worden in de koelkast om zo de ontwikkeling te vertragen. De vliegen dienen wel gevoerd te worden met honing en eventueel fruit of natgemaakt maïsmeel.
Kweken: Je kan je prooidieren ook zelf kweken als je veel bidsprinkhanen te voeden hebt. Belangrijk is dat je de prooidieren goed voert. Het duurt even voordat je een kweek van voedseldieren draaiende hebt, maar als het eenmaal lukt heb je een makkelijke en goedkope voedselbron voor je dieren.
Het voeren
Het is belangrijk dat je je bidsprinkhaan afwisselende voeding heeft. Dus niet elke dag hetzelfde soort prooidier, maar dan weer iets wat je zelf buiten gevangen hebt, dan weer een krekeltje en dan weer een vlieg.
Je kan het voer in het hok loslaten zodat de bidsprinkhaan het zelf vangt, of je kan de prooi vastpakken met een pincet en in de buurt van de bidsprinkhaan houden. Als hij de prooi opmerkt en hij heeft zin in voedsel dan grist hij het beestje vliegensvlug van de pincet.
Aan het achterlijf van je bidsprinkhaan kan je zien hoeveel je hem moet voeren. Is het achterlijf erg plat, dan kan er wel voedsel bij. Als het achterlijf erg bol en rond is kan je hem een paar dagen niet voeren, want het is niet goed om de bidsprinkhaan zich steeds vol te laten eten. Het beste is om een redelijk bol achterlijf te behouden. Je kan beter regelmatig voeren dan ineens heel veel.
Geschikte prooidieren
Deze prooidieren zijn geschikt om te voeren aan bidsprinkhanen:
- krekels
- sprinkhanen
- meelwormen
- huisvliegen (greenbottle)
- bromvliegen (bluebottle)
- fruitvliegen: Drosophila hydei (groot) of Drosophila melanogaster (klein)
- springstaartjes
- motten
- wasmotten
- wasmotlarven
- kakkerlakken
- rupsen
- vliegen
- muggen
- zweefvliegen