Na de paring legt een vrouwtjesbidsprinkhaan een oötheek (eipakket). Dit kan een dag na de paring zijn, of een paar weken erna. Ze slaat het sperma van het mannetje in zich op, zodat ze tot maanden na de paring toch bevruchtte eitjes kan leggen.
Een vrouwtje legt doorgaans zo’n 4 tot 20 oötheken in haar leven, dit is ook weer sterk afhankelijk van welk soort bidsprinkhaan je hebt. Het verschilt ook erg per soort hoeveel eitjes er in één oötheek zitten.
Verzorging van oötheken
De oötheken kan je hetzelfde in dezelfde omstandigheden houden als de ouderdieren. Meestal legt een vrouwtje een ootheek op een geschikte plek, maar als je de plek zelf toch niet zo goed vind kan je de ootheek voorzichtig loshalen. Dit kan pas zo’n 3 dagen na het maken van de oötheek, anders is hij te zacht en gaat hij snel kapot. Een losse oötheek kan je weer vastmaken aan het deksel van een nieuw verblijf. Dit kan bijvoorbeeld een plastic bus met gaatjes in de zijkant en in het deksel zijn. Plak de oötheek vast met dubbelzijdig plakband, want veel soorten lijm zijn giftig. Onder de oötheek moet een lege ruimte van minstens ongeveer 10 cm zijn, zodat de nimfjes goed uit de oötheek kunnen komen.
Zorg ervoor dat de luchtvochtigheid geschikt is voor dit soort bidsprinkhaan, door zo nu en dan te sproeien met water. Elk soort heeft hier andere eisen voor, oötheken van soorten die in de woestijn wonen gaan dood van teveel vocht, maar soorten die juist uit een vochtig klimaat komen drogen uit en gaan dood bij te weinig vocht.
De temperatuur van een oötheek kan het beste op zo’n 25 graden worden gezet, maar sommige soorten hebben een hogere of lagere temperatuur nodig. Als de ouders heel warm gehouden moeten worden, moet de oötheken dat meestal ook.
Elk soort bidsprinkhaan legt zijn eigen type oötheken. Sommige zijn groot, andere klein, er zijn ronde, langwerpige, bolvormige, grillige of gladden oötheken.