Mannetjes en vrouwtjes zijn op een aantal uiterlijke kenmerken van elkaar te onderscheiden.
Via segmenten
In het nimfenstadium kunnen de segmenten van het achterlijf geteld worden. Een mannetje heeft 8 segmenten, een vrouwtje 6 of 7. Het kan echter moeilijk te zien zijn hoeveel segmenten er zijn, helemaal bij jonge nimfen. Ik tel voor het gemak het 1e segment niet mee, zie foto hiernaast. Als je op de foto klikt zie je hem groter.
Via uiterlijke kenmerken
Als de dieren volwassen zijn kan het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes vaak beter gezien worden. Vaak zien ze er namelijk helemaal anders uit.
Let vooral op:
- Lichaamsgrootte
- Voelspriet lengte en dikte
- Vleugellengte
- Lichaamsvorm (smal of breed)
Bij vrijwel alle soorten is het zo dat de mannetjes veel langere en dikkere voelsprieten hebben, vaak iets smaller en dunner zijn en vleugels reiken tot ver (ong. 1 cm) over het achterlijf. De vrouwtjes hebben vaak kleinere voelsprieten, zijn vaak forser en hun vleugels reiken vaak tot net ietsje over het achterlijf.
De dikte van de voelsprieten valt vaak ook al te zien voordat de bidsprinkhanen volwassen zijn, ongeveer 2 vervellingen van tevoren.




